Perfecte rimpels

Heb je een mouw die in de mouwkop gerimpeld wordt, dan staat er op het patroon altijd aangegeven waar de mouw gerimpeld moet worden. Neem deze markeringen ook over op je stof, en neem de mouwkop over. Ik neem sowieso altijd het patroon over op stof met behulp van carbonpapier en een radeerwieltje. Ik werk dus nooit zonder markeringen. Zo kun je heel precies en netjes werken.

Stap 1

Voor het rimpelen stel je de naaimachine in op een rechte steek met een steeklengte van 4 a 5, of de maximaal instelbare steeklengte op jouw naaimachine. Stel de draadspanning iets lager in, zodat hij wat losser wordt. Let wel op dat je de draadspanning niet te laag instelt, anders gaat je stiksel lussen. Doe dus altijd eerst een proefje op een proeflapje.

Stap 2

Voor het rimpelen maken we een beide zijden van je stiklijn/patroonlijn van de mouwkop (deze moet je dus aangeven op je stof) een rimpeldraad.

Stik eerst aan de binnenkant van de patroonlijn een rimpelsteek op 0,5 cm van de patroonlijn. Je begint bij de eerste markering en eindigt bij de tweede markering. Je hecht niet aan en af!

Stik nu het tweede rimpelstiksel aan de buitenkant (dus aan de naadtoeslag) van de patroonlijn op 0,5 cm. Je hebt nu twee evenwijdige stiksels met een onderlinge afstand van maximaal 1 cm, zie foto.

Stap 3

Meet op hoeveel je de mouw moet inrimpelen zodat hij in het armsgat past. 

Steek een speld in de stof aan beide uiteindes van de rimpelsteken, zie foto. Je pakt nu de twee bovendraden van je rimpeldraden en trekt deze een stukje aan. Je ziet dat er nu vanzelf rimpels in de stof ontstaan. Zet de twee draden vast om de speld door 'achtjes' om de speld heen te draaien, zie onderstaande foto.

Je pakt ook de twee bovendraden aan de andere uiteindes van de rimpelsteek. Trek deze nu zover aan tot je mouw de gewenste afmeting heeft. Zet ook deze bovendraden vast aan de speld met achtjes. 

Zo, nu heb je de stof gerimpeld tot de juiste afmeting en je hebt de rimpeldraad bovendien vastgezet zodat hij niet meer los kan schieten. Zet je de rimpeldraad niet vast, dan gaat de stof vanzelf weer uit de rimpel en ben je dus de juiste afmeting kwijt. Dit is dus een belangrijke stap!

Stap 4

Nu hebben we de stof dus gerimpeld en de rimpeldraden vastgezet, maar je zult zien dat het er nog niet helemaal netjes uitziet. De rimpels zijn nog niet mooi verdeeld over de gehele breedte. Dat gaan we nu doen.

Schuif met je vingers de stof zodanig heen en weer dat je netjes en gelijk verdeelde rimpels krijgt. Je zult zien dat er door het netjes verdelen een rechte lijn ontstaat tussen de rimpeldraden waar je straks de mouw aan het lijfje vast gaat stikken.

Stap 5

Let er ten slotte nog op dat de rimpels links en rechts van de mouwkop ook gelijk verdeeld worden. Dit is belangrijk omdat je armgat aan de voorkant passend op het lijfje moet komen en het armsgat achter moet ook passen op het achterpand van het lijfje. 

Je kunt het helemaal goed checken door de armsgaten van voor- en achterpand op te meten en de voormouw en achtermouw vanaf de mouwkop tot het okselpunt op te meten. Kloppen deze afmetingen met elkaar? Dan kun je nu de mouw aan het lijfje vastzetten. Je stikt hierbij tussen de rimpeldraden op je patroonlijn. 

Doordat je twee evenwijdige stiksels hebt gezet, kunnen de rimpels ook niet uiteen waaieren en blijven ze netjes op hun plek. 

Zie hier, de perfecte rimpelmouw:)

Dit rimpelen kun je dus ook doen met bijvoorbeeld een ruche als halsafwerking, aan de onderkant van mouwen, rokken, of lijfjes.

TIP: maak eerst een proefrimpelsteek op een proeflapje en oefen een paar keer met het rimpelen en vastzetten tot je het onder de knie hebt.